Time is consciousness

Samen filosoferen over de verhouding tussen het bewuste zijn en de ruimte tijd.

Filosoferen…..leuk?
Filosoferen geeft meer elan aan uw bestaan.

Zie u zelf als een ruimtevaarder die op zoek is naar de planeet die Universalia heet. Bij aankomst wordt u beslist geconfronteerd met de strijd over ruimte en tijd. Ik nodig u dan ook graag uit voor een uitstapje naar deze universele wereld en heb de euvele moed om via een summiere en wellicht abstracte explicatie de sluier van de universalia wat op te lichten.
De kern van onze filosofie is: de verhouding tussen Het bewuste– zijn En de ruimte – tijd Tevens etaleer ik mijn visie binnen het raamwerk van de Kopenhagen interpretatie van de quantum theorie. Vertrekpunt vanuit de triniteit RUIMTE – TIJD – REALI”TIJD”. Betreft de stellingen no. 2-10-14-17-18-19 en 20 van mijn tijdtheorie

Re-interpretatie:

De uiteindelijke structuur van het elementaire van zowel het foton als het elektron is van een frequente orde, gerelateerd aan de golf- deeltjes dualiteit. De perceptie van deze orde is een bewuste aangelegenheid omdat het constaterend vermogen afhankelijk is van het bewustzijnsniveau. Technisch gezien: in de act van interferentie vindt de beeldvorming plaats, “de objectivering”, wordt het tijdelijke in vorm gebracht, ofwel, wij worden geïnformeerd. (Plato; idee / Aristoteles; vorm).

Puls en positie of idee en vorm zijn complementair ofwel als men het idee van een architect onttrekt aan het gebouw, stort het in. Stelling 10. De kracht waarmee de tijd de verbinding onderhoudt tussen puls en positie noem ik de tijdsgebondenheid, de regressieve kracht, de kracht die verantwoordelijk is voor het verval of populair gezegd, de houdbaarheidsdatum. (Paradox van Schrödingers kat).

Albert Einstein had destijds met deze denkbeelden grote moeite omdat hij liever geloofde in het bestaan van een naïeve werkelijkheid. Een werkelijkheid die zou bestaan als we er niet naar keken. Hij stelde voor het kwantumexperiment uit te breiden om via een spiegel-reflex(1) alsnog het foton te kunnen detecteren. Niels Bohr (1885-1965) zijn standpunt was echter dat waarnemer en hetgeen is waar genomen onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. De Kopenhagen Interpretatie (1927) werd vooral door Bohr verdedigd.

Heb ik uw nieuwsgierigheid gewekt en bent u geïnteresseerd in deze wereld, bezoek dan ook de website van Erik Verlinde over de ruimte als informatieve ruimte.